Volgens mobiliteitsorganisatie Touring staat middenvakrijden hoog op de lijst van verkeersergernissen, net na het niet gebruiken van richtingaanwijzers en afgeleid zijn door een smartphone. Toch wordt gemiddeld slechts vijf bestuurders per dag beboet, minder dan de zes per dag in 2019.

De boetes voor middenvakrijden variëren tussen 116 en 160 euro. Maar het vaststellen van de overtreding is niet eenvoudig.

Bestuurders moeten over langere afstand worden gevolgd, wat niet altijd praktisch haalbaar is. Dit maakt handhaving een uitdaging. Volgens de politie weerspiegelen de cijfers ook niet de volledige situatie, aangezien niet altijd een proces-verbaal wordt opgesteld.

Niet alleen frustratie maar ook gevaarlijk

Middenvakrijden is niet alleen frustrerend, maar ook gevaarlijk. Het dwingt andere weggebruikers soms tot bruusk remmen of gevaarlijk rijgedrag, zoals bumperkleven of rechts inhalen. Rechts inhalen is echter zelf een overtreding en kan leiden tot een boete van 116 tot 160 euro.

De federale politie benadrukt dat hun acties niet alleen gericht zijn op het straffen van overtreders, maar ook op bewustwording. Door interventies zoals het inschakelen van zwaailichten hopen ze bestuurders aan te sporen om correct op het rechterrijvak te rijden.